Kort verslag van de bijeenkomst op 10 februari jl. voor Gelderse wethouders Jeugd, over de toekomst van de hoogspecialistische residentiele jeugdzorg in Gelderland.
De hoog specialistische jeugdzorg staat voor een dubbele uitdaging. Enerzijds willen we voorkomen dat jongeren instromen in de jeugdzorg. Anderzijds verdienen de jongeren die deze voorzieningen écht nodig hebben, kleinschaligere en betere alternatieven. Voorkomen en verbeteren tegelijkertijd dus. Gelderse wethouders Jeugd gingen op vrijdag 10 februari met elkaar in gesprek over de toekomst van de hoog-specialistische residentiële jeugdzorg in Gelderland.
De kerk op het terrein in Zetten van jeugd- en opvoedhulp Pactum vormde het podium voor de Gelderse wethoudersdag. Gedurende de dag werden de wethouders gevoed met verhalen uit de praktijk over de gesloten jeugdzorg en kregen zij presentaties door professionals uit het werkveld. Arno Bosveld de manager van Zetten riep de wethouders op om in de regio meer woonplekken te creëren voor de jeugdigen die uit de gesloten jeugdzorg komen en nu nergens terecht kunnen. Wethouder Grete Visser benadrukte het belang om als Gelderland samen op te trekken omdat de gemeenten afzonderlijk te klein zijn om een dergelijke voorziening te dragen.
Uit de praktijk
Ervaringsdeskundige Lorydana trapte de bijeenkomst af met haar eigen verhaal. Op 11-jarige leeftijd kwam zij terecht in een jeugdgevangenis vanwege haar onveilige en gewelddadige thuissituatie. Vijf jaren zat Lorydana in de gesloten jeugdzorg. Door gebrek aan therapie en begeleiding ontwikkelde zij ernstige gedragsproblemen. “Een verschrikkelijke periode, niemand kon mij helpen. Ik belandde in het criminele circuit en pleegde straatroven en inbraken.” Op haar 22e kwam Lorydana in contact met Team ED, een team van ervaringsdeskundigen die hun ervaring inzetten om anderen te ondersteunen. De coördinator zorgde ervoor dat Lorydana weer vertrouwen kreeg in zichzelf. Inmiddels heeft ze een niveau 4 diploma als sociaal werker en heeft ze een betaalde baan op als ervaringsdeskundige. “Wat volgens mij écht zou helpen voor deze jongeren is een vast persoon. Iemand die het hele traject de jongere bijstaat en pas los laat als de jongere dit aangeeft. En ze gaf aan de er niet alleen naar het kind gekeken moet worden maar naar het hele gezin, want de oorzaak kan wel eens bij de ouders en de omgeving liggen. De coördinator van team ED gaf een toelichting wat de ervaringsdeskundigen te bieden hebben: zij snappen wat je doormaakt, zij hebben tijd en geen wachtlijst. En de jeugdige kan zelf kiezen.
Kleinschaligere voorzieningen
Vervolgens vertelden de Jeugdzorgbegeleiders van Pactum Sachya en Pamela aan de wethouders hoe de jongeren in de gesloten instelling in Zetten binnenkomen. “Wij zorgen voor veiligheid en rust. Nadat de rechter besluit dat iemand een gesloten machtiging krijgt, vangen wij de jongere op en gaan met ze in gesprek. We begonnen in december 2022 met een kleinschaligere groep, waardoor er meer tijd en aandacht voor de jongeren mogelijk is. Dankzij deze kleinere groepen zien we een stijgende lijn in de ontwikkeling van de jongeren.” Erik Peelen, werkzaam op de ZIKOS-groep van Pactum (Zeer Intensieve Kortdurende Observatie en Stabilisatie), sluit zich daarbij aan. “Wat een uitdaging blijft, is het vinden van een passende plek voor de jongeren wanneer ze toe zijn aan de volgende stap. We zien op dit moment dat ze daardoor langer bij ons blijven dan nodig is. Jongeren die hard aan zichzelf werken , verdienen een goede vervolgplek.” Ze krijgen nu teveel een stempel waardoor andere woonplekken en voorzieningen het niet aan durven.
De kleinschalige woonvoorziening ‘Onvoorwaardelijk Wonen’ aan de Biotstraat in Nijmegen is gelukkig een plek die het wel aandurft. Twee woningen middenin een woonwijk voor acht jongeren. Zij kunnen zich -met vallen en opstaan- verder ontwikkelen, zonder behandelplan en met vaste afspraken. Met een logeerkamer voor ouders en vrienden. Er is een grote behoefte aan meer van dit soort warmere woonvormen. Zodat jongeren specifieker geplaatst kunnen worden en dichterbij hun ‘eigen’ buurt hun sociale netwerk kunnen opbouwen en onderhouden. Er zijn meer van dit soort plekken nodig. We moeten dan wel meer risico’s durven te nemen met deze jeugdigen die een gevaar voor zichzelf en de omgeving kunnen zijn maar waarbij het opsluiten ook geen oplossing is (1).
Samenwerking op essentiële functies
Na de indrukwekkende verhalen uit de praktijk, nam projectleider Karin Kerckhaert de wethouders mee in het G7 project ‘Toekomst Essentiële Functies’. Een project dat zich richt op de specialistische weinig voorkomende zorg voor kwetsbare jongeren. Zorg die te specialistisch en te schaars is om per regio te organiseren. Zorg die een regio-overstijgende aanpak vereist. Met één bovenregionale opdrachtgever. “Een risico van dit project is dat regio’s elkaar loslaten en hun eigen koers varen” legde Karin uit. “Maar juist voor deze hoog specialistische zorg hebben we elkaar nodig. Daarom vragen we geduld, want het kost tijd en energie om te groeien naar de juiste kwaliteit van zorg.”
Samen optrekken
De uitdagingen in de jeugdzorg werden tijdens de bijeenkomst goed zichtbaar: de verandering naar kleinschaligere groepen, met meer aandacht en tijd voor de jongeren en voldoende doorstroommogelijkheden. Hoog specialistische jeugdzorg is complex en vergt de juiste investering. Zowel op gemeentelijk als op regionaal niveau. Waarbij we het uiteindelijke doel altijd voor ogen moeten houden: ervoor zorgen dat deze kwetsbare jongeren weer kunnen meedoen in de maatschappij en niet meer verplaatst worden van plek naar plek met een vuilniszak met spullen. Want iedere jongere verdient het op om te groeien in een veilige omgeving. En alleen door samen op te trekken in de ontwikkeling van de jeugdzorg kunnen gemeentes hieraan bijdragen.
Kijk niet alleen naar het kind maar naar de hele context
Tijdens de lunch ervaren de wethouders hoe het is om in een gesloten voorziening te zijn, met letterlijk heel veel gesloten deuren waar veel sleutels voor nodig zijn.
Rita Otter is de Gelderse projectleider jeugdzorg Plus en noemt 3 mooie voorbeelden van (preventieve) projecten in de jeugdregio’s:
1. Project #opladers: vrijwilligers die gezinnen met jonge kinderen hulp bieden, door ze te ontlasten in een vroegtijdig stadium zie ook https://mijnopladers.nl/ . Er is een podcast gemaakt die is te beluisteren via Spotify https://bit.ly/416ydSv of browser https://bit.ly/3jWfTdS of Apple https://bit.ly/3E5i9X5
2. Gezamenlijke toegangsteam regio Noord Veluwe: de lokale toegangen werken samen vanuit één bestuur en het heeft zich als doel gesteld om 0 kinderen uit huis te plaatsen. Er worden alternatieven gezocht op het moment dat een uit huis plaatsing aan de orde zou zijn. Hetzelfde geldt ook in de situatie als een open jeugdhulpaanbieder een kind gesloten wil plaatsen. Zij zien dat als ouders of hulpverleners de uithuisplaatsing als oplossing zien het zeer moeilijk is ze op andere gedachten te brengen. Dat kost veel tijd en dus ook geld.
3. KAR is een kleinschalige alternatieve voorziening (Driestroom) voor jongeren die uit een open of gesloten setting komen. Echter, er zijn vaak problemen om in een gemeente een KAR te realiseren. Blijkbaar zijn gemeenten bang dat zij de zorg voor kinderen die in een KAR verblijven op zich moeten nemen als ze 18 jaar worden. Terwijl dergelijke voorzieningen niet mogen ontbreken in een regio, juist om jongeren uit de JeugdzorgPlus en de open voorzieningen in de eigen regio weer een plek te geven. Zie ook Villa Sei Forte - Jouw verhaal jouw kracht!
Daarna vertelt Bert Wienen (2) over de geschiedenis van de zorg en hoe we steeds meer zijn gaan medicaliseren door gedrag te zien als een stoornis of ziekte van het kind. Er is een kentering gaande waar het besef doordringt dat deze medische bril niet klopt en dat er meer gekeken moet worden naar de hele context: wat is de achterliggende oorzaak als een kind ietwat “vreemd” gedrag vertoont? En dat we dan juist aan die context moeten sleutelen in plaats van het kind naar therapie te sturen. Vergelijk het met een orchidee die een specifieke omgeving nodig heeft zoals de juiste grond en voeding en zonlicht om tot bloei te komen. Bert benadrukt het belang van sterk onderwijs dat zo min mogelijk uitsluit.
Blijf leren van de praktijk
Tenslotte geeft Jan-Kees Helderman de tip om veel dichter op de praktijk te gaan zitten als gemeente. Om niet de regels maar de mensen centraal te stellen en te blijven leren met de voeten in de klei. Hij heeft zelf enkele gemeenten onderzocht en komt tot een aantal aanbevelingen: (3)
1. Zorg voor een hoogwaardige toegang van waaruit lichte ambulante ondersteuning wordt geboden door goed opgeleide professionals die samen generalistisch kunnen werken maar ook hun eigen specialismen hebben
2. Zorg dat deze toegang laagdrempelig is dichtbij vindplaatsen van problematiek en laagdrempelig toegankelijk
3. Organiseer de meer specialistische jeugdzorgprofessionals op hun beurt weer dichtbij de toegang
4. Leer iedereen om de oplossingen meer in de directe leefomgeving van kind- en gezin te zoeken.
De middag bracht veel inspiratie voor de kansen die er zijn om de jeugd in de gemeente sterker te maken zodat er minder jeugdhulp nodig is. Het is geen gemakkelijke klus - maar wel een belangrijke waar we als Gelderland veel ideeën en kennis kunnen uitwisselen.
(1) meer informatie is te vinden op de website Jongeren in gesloten jeugdzorg hebben vertrouwensband nodig - Mediator 48 (zonmw.nl), daar staat ook een film waar Erik Peelen uitlegt wat het met een professional doet als een jeugdige suïcide pleegt.
(2) Mooie lezing van Bert Wienen: Mulock Houwer lezing 2021 - Nieuw kinderrecht: het recht om te falen - YouTube