In de Achterhoek zetten gemeenten een belangrijke stap richting effectievere jeugdhulp door de implementatie van de Verklarende Analyse (VA), waarbij alle acht gemeenten kiezen voor het 7-factorenmodel. Het model, ontwikkeld door Bureau PEERS, helpt professionals om complexe problematiek bij jeugd en gezinnen beter te begrijpen en samen met hen aan te pakken. Joris van Veen, coördinator bij BOEG, en Reemke Soeter, beleidsadviseur jeugd en veiligheid in Oost Gelre, vertellen over de aanpak, ervaringen en uitdagingen van de implementatie in de Achterhoek.
Nieuwe aanpak voor betere jeugdhulp
In de regio bestond een duidelijke behoefte om opvoedvragen gezinsgerichter te benaderen en de toeleiding naar passende hulp structureel anders vorm te geven. Met beter zicht op de volledige gezinscontext, meer onderlinge samenhang in de analyse en meer betrokkenheid van het gezin. Dat veel grote zorgaanbieders in de regio al met het 7-factoren model werkten, maakte de beslissing voor de gemeenten eenvoudiger. Reemke vertelt: “Zo ontstond niet alleen praktische uitvoeringskracht, maar ook een gedeelde ambitie en een eenduidige werkwijze richting gezinnen, lokale professionals en samenwerkingspartners: als we dit doen, doen we het samen en goed.”
Deze aanpak, ‘gezinsgericht analyseren’, kreeg bestuurlijke steun en werd als speerpunt opgenomen in de regiovisie die alle Achterhoekse colleges vaststelden. Daarmee ontstonden niet alleen ruimte en commitment, maar ook de urgentie om samen concrete stappen te zetten.
Bij complexe trajecten, zoals uithuisplaatsingen of het voorkomen van gesloten jeugdhulp, is de VA inmiddels verplicht. Ook toegang tot de Regionale Expertisetafel (RET) Jeugd vereist VA. BOEG nam hierin het voortouw; zij leidde nieuwe trainers op en zorgde voor een solide basis voor regionale uitrol.
Stap voor stap samen leren
De implementatie verloopt in fases. In de Achterhoek trainen gemeenten twee aan twee. “Zo kunnen zij samen sparren, elkaar scherp houden en gezamenlijk implementatieplannen maken,” legt Reemke uit. Tijdige betrokkenheid van gedragsdeskundigen, kwaliteitsmedewerkers en ook ICT’ers is essentieel, net als voldoende tijd om de methode onder de knie te krijgen. Een sterke leerstructuur, met een cruciale rol voor gedragsdeskundigen, is nodig om de VA goed te verankeren. “Daarom brengen we hen in de regio bijeen om van elkaar te leren en waardevolle lessen te delen. Zonder zo’n structuur verwatert het snel,” aldus Joris.
Inmiddels is er een checklist ontwikkeld om te focussen op wat werkt, en na de training vinden leersessies plaats om professionals in de praktijk te ondersteunen. Joris benadrukt dat deze sessies de aandacht voor VA levend houden en een lerende cultuur stimuleren. “VA is geen eenmalige tool, maar een werkwijze die blijvend onderhoud en bijsturing vraagt.” Zo groeit de methode stap voor stap uit van een pilot tot een duurzame werkwijze in de regio.
In de praktijk: klein beginnen, groot leren
Toch is het voor professionals soms lastig om te starten. “Sommigen beginnen direct met een complexe casus,” zegt Joris, “maar beginnen met eenvoudige situaties en feedback vragen van een collega zorgt juist voor vlieguren en ervaring.” Dat levert verrassende inzichten op: “Je ontdekt redeneringsfouten; samen kom je tot betere en meer duurzame oplossingen.”
Met de groeiende ervaring in het maken van analyses breekt een nieuwe fase aan: zicht houden op het effect. Hoe ervaren ouders de VA? Eerste signalen zijn positief: de VA helpt ouders begrijpen dat problemen vaak complex zijn en niet alleen bij henzelf of hun kind liggen. “Dat geeft rust en erkenning,” zegt Reemke.
Wat is nodig voor blijvende impact?
Voor duurzame verankering is tijd, sturing en structureel leren nodig. “Het mag geen project zijn dat na de training ophoudt”, benadrukt Reemke. Heldere afspraken, ruimte om ervaringen te delen en snelle bijsturing en aanscherping in het werkproces zijn belangrijk. “Professionals die met de VA werken leveren waardevolle feedback. Zij moeten zich gehoord voelen om hun betrokkenheid vast te houden.” Joris vult aan: “Halverwege evalueren met een VA op het team werkt goed. Dan zie je wat gaat en wat beter kan.” De ambitie is helder: de VA wordt geen losse pilot, maar een vast onderdeel van de regionale jeugd- en gezinsaanpak. “Als we de verandering ook blijven managen en blijven investeren in leren en samenwerking, zetten we een volgende stap,” besluit Joris. “Niet overhaast, maar zorgvuldig en met oog voor de lange termijn, zowel voor borging van VA in de Achterhoek als de gezinnen waar het om draait.”
Meer informatie: zie het Webinar over de Verklarende Analyse (15 mei 2025)
Reemke Soeter en Joris van Veen