Als een moeder met haar kinderen in de crisisopvang van Moviera terechtkomt, is er vaak al jarenlang sprake van huiselijk geweld, angst en trauma. In een recente pilot bundelen Moviera en Entrea Lindenhout hun krachten om vanaf het eerste moment samen hulp te bieden. We spraken met Agaath Roelofs - gezinsbegeleider bij Moviera - en Jolyn Schoneveld – gedragswetenschapper bij Entrea Lindenhout - over hun gezamenlijke aanpak bij crisishulp aan ouders en kinderen. Hun missie: geen hulpverlening ná en naast elkaar, maar mét elkaar, als één team dat naast het gezin staat.
Pilot doorbreekt herhaalde patronen
Waar Moviera zich vooral richt op veiligheid, opvang en het directe crisismanagement, richt Entrea Lindenhout zich op de onderliggende gezinsdynamiek, trauma’s en opvoedondersteuning. Gezinnen die bij Moviera aankloppen hebben vaak op meerdere leefgebieden hulp nodig. Veel ouders dragen zelf trauma's mee uit hun jeugd. In de traditionele aanpak wordt de hulp vaak gescheiden aangeboden: voor ouder én kind. Maar daardoor blijven patronen zich herhalen. Deze pilot doorbreekt dat.
Van versnippering naar verbinding
Door de rollen vanaf het begin goed op elkaar af te stemmen, ontstaat er geen gat in de hulpverlening. “Geen losse trajecten, maar één gezamenlijk plan,” zegt Agaath. “We staan vanaf dag één naast het gezin, met vaste evaluaties en ruimte om bij te sturen.” De urgentie is groot, stelt ze: “Veel ouders zijn zelf opgegroeid met geweld. Als je dan eindelijk hulp krijgt, stuit je op wachtlijsten of bureaucratie. Juist daarom is die samenwerking zó belangrijk.”
Met steun van BOEG en wetenschappelijke begeleiding van Praktikon kiezen de organisaties voor een fundamenteel andere werkwijze: geen doorverwijzingen, maar directe samenwerking. Eén team, één plan, één aanpak; vanuit het perspectief van het gezin.
Vertrouwen en regie als uitgangspunt
Wat Moviera en Entrea Lindenhout willen bereiken, is dat ouders zich vanaf het eerste moment écht gehoord en gesteund voelen. Geen versnipperde hulp of onduidelijke aanspreekpunten meer, maar één team dat samenwerkt en luistert. “Als ouders zich serieus genomen voelen, geeft dat ademruimte,” zegt Jolyn. “En als je die ruimte ervaart, ontstaat het gevoel: ik kan dit.” Dat gevoel van vertrouwen en regie is precies wat de organisaties samen versterken. Niet door alleen te focussen op wat er misgaat en niet kan, maar juist door aan te sluiten bij wat er wél mogelijk is vanaf het eerste moment. Dát is de belofte van deze gezamenlijke aanpak.
Leren door te doen
“Inmiddels zijn negen gezinnen gestart in de pilot”, vertelt Agaath. “De eerste ervaringen zijn hoopgevend, al is het nog te vroeg voor harde conclusies.” Praktikon onderzoekt of deze werkwijze helpt patronen te doorbreken, wachttijden te verkorten en uithuisplaatsingen te voorkomen. Tegelijkertijd komen ook de uitdagingen in beeld. Jolyn licht verder toe: “Het is in crisissituaties niet altijd meteen duidelijk wie de regie heeft op veiligheid.” Beide organisaties werken vanuit hun eigen systemen, taal en kaders. Het vraagt tijd en bereidheid om die werelden op elkaar af te stemmen. Maar precies daar ligt ook de kracht van deze pilot: leren door te doen.
Van pilot naar praktijk
Wat goed werkt, verdient een vaste plek. De organisaties hopen dat deze gezamenlijke werkwijze na de pilot structureel wordt voortgezet. Daarvoor zijn nieuwe afspraken, passende financiering en moed nodig. Want afwijken van bestaande protocollen is niet vanzelfsprekend, zeker niet in crisissituaties waarin snelle keuzes nodig zijn. “Het vraagt lef van hulpverleners om los te komen van vaste werkwijzen”, zegt Jolyn. “Om te doen wat een gezin nú nodig heeft. Ook als het systeem daar nog niet op is ingericht. Juist dan maak je het verschil.”