Nederland telt 3,3 miljoen minderjarigen. In 2023 kreeg meer dan 14% van de jongeren jeugdzorg. En het aantal gezinnen dat thuis specialistische jeugdhulp ontvangt, blijft maar stijgen. Daarom startte gemeente Ede in samenwerking met de werkplaats Sociaal Domein Gelderse Vallei de pilot Lichte Langdurige Ondersteuning (LLO).
De pilot heeft als doel: de inzet van specialistische hulp verminderen en tegelijkertijd gezinnen helpen stabiliseren door lichtere vormen van ondersteuning. “We kijken in gesprek met gezinnen en kinderen naar wat écht nodig is.” We spraken procesbegeleider Silas de Bruijn en docent en onderzoeker aan de Hogeschool in Ede Albert van Dieren over dit waardevolle initiatief.
LLO-pilot: in gesprek met gezinnen
De pilot volgde elf gezinnen die bekend waren bij het Sociaal Team of Toegangsteam Jeugd in Ede. Albert vertelt: “We waren benieuwd naar hun ervaring met hulpverlening. We stelden vragen als: wat heeft het gezin bereikt? Waar zijn ze trots op? En vooral: wat heb je in de toekomst nodig, om terugval te voorkomen? Daarnaast vroegen we of bekenden van het gezin, denkend aan familie of vrienden, eventueel kunnen helpen.” Silas legt uit: “Specialistische hulp bij mensen thuis is vaak een zwaardere vorm van hulp. Meestal van korte duur, totdat de crisis- of noodsituatie onder controle is.”
Meerwaarde van lichte hulp
Silas vervolgt zijn verhaal: “LLO kan het herhalende patroon van korte, maar specialistische hulp doorbreken. Juist doordat er continue lichte ondersteuning is. Albert voegt toe: “Lichte ondersteuning is niet in één vorm. Dat kunnen mensen uit het eigen netwerk, vrijwilligers of maatschappelijk werkers zijn. Dit is allemaal vrij toegankelijke hulp waar je geen verwijzing voor nodig hebt. Een JIM is hier een mooi voorbeeld van.” Silas benadrukt de interessante meerwaarde van een combi van de twee. “Hulpverleners kunnen specialistische hulp soms afbouwen, door de komst van LLO. We zien dat de combinatie van specialistische hulp en lichtere ondersteuning nog niet veel voorkomt. Wat is de meerwaarde daarvan in de toekomst? Heel interessant!”
Uitdagingen van de gezinnen
In de huidige situatie worstelen gezinnen met het vinden van passende ondersteuning. De pilot geeft hier goed inzicht in. Albert merkt op dat veel gezinnen ‘hulpverleningsmoe’ zijn. “Gezinnen zien veel verschillende specialisten met allemaal andere vormen van hulp. Ook sluiten opgestelde doelen niet altijd goed aan bij het hectische, dagelijkse leven. Daardoor halen zij vaak deze doelen niet. Het gevolg? Een gezin dat denkt niet competent te zijn. Zonde! Daarnaast vindt de aangeboden hulp vaak plaats binnen standaard kantoortijden, terwijl er juist behoefte is aan flexibele ondersteuning.Bijvoorbeeld 's avonds of in het weekend.” Tot slot blijken gezinnen terughoudend om vrienden en familie in te schakelen. Uit ander onderzoek blijkt dat dit wordt veroorzaakt door schaamte en angst om anderen tot last te zijn.
Silas de Bruijn (l) en Albert van Dieren (r)
Gewoontepatronen doorbreken
De pilot laat interessante resultaten zien. Een belangrijke uitkomst uit het onderzoek: het ís mogelijk om lichtere hulpverlening in te zetten. Silas: “Bij bijna alle gezinnen lukte het om lichtere hulpverlening in te schakelen. Vaak grijpen medewerkers terug op wat ze al kennen. Tijdens de zogeheten leerbijeenkomsten namen we de tijd om een stap terug te zetten, te evalueren en open te staan voor een flexibele aanpak. Dit bewustwordingsproces en overleg is essentieel.” De pilot slaagde erin vastgeroeste patronen te doorbreken en de terughoudendheid bij gezinnen te overwinnen.
Voortzetting van de leerbijeenkomsten
Silas en Albert vinden het belangrijk om leerbijeenkomsten voort te zetten. Ze benadrukken dat deze bijeenkomsten niet alleen praktische problemen oplossen, maar ook leerzaam zijn en inzicht bieden voor beleidsvorming. Albert vertelt: “Elk gezin is zo bijzonder, je kunt daar geen generiek aanbod bij doen. Gezinnen hebben baat bij een ander aanbod dat aansluit bij hun specifieke behoeften. LLO is een manier om de stijgende lijn in de inzet van specialistische hulp te doorbreken.”
Wil je meer lezen over de resultaten van de pilot? Lees dan het evaluatiedocument.