Binnen de jeugdzorg voltrekt zich een verandering: steeds meer woongroepen worden kleinschalig. Jeugdzorgorganisatie Pactum heeft als doel om volgend jaar maximaal vijf jeugdigen op alle groepen te hebben. Het verandert niet alleen veel voor de leefomgeving van de jeugdigen, maar ook in de zorgverlening. We krijgen een rondleiding op de hoofdlocatie van Pactum in Zetten.
Gesplitste ruimten
Al lopende over het ruim opgezette terrein vertelt de operationeel manager dat de jeugdigen er gemiddeld een maand of zes verblijven. Hun rugzakje is flink en de problematiek divers. We komen aan bij een groep die al kleinschalig is. Eenmaal binnen is te zien dat een ruimte die voorheen de volledige oppervlakte bezette, is opgesplitst en dat er daarmee twee kleinere groepen zijn gerealiseerd.
Andere dynamiek
In gesprek met de medewerkers wordt ons één ding duidelijk: sinds de invoering van kleinschaligheid is de dagelijks dynamiek compleet veranderd. Waar voorheen tien jeugdigen samenwoonden, is dat aantal nu gehalveerd. Aan tafel is het rustiger en er is tijd voor een gesprek: hoe was je dag, wat staat er vandaag op de planning? Bovendien is er meer ruimte voor persoonlijke aandacht. Gaat het niet zo goed met een jeugdige, dan neem je die even apart. Een collega kan dan bij de andere vier blijven.
Thuis bij Pactum
Door het terugbrengen van de groepsgrootte lijkt het veel meer op de dynamiek van een gezin. Het ‘normale’ nabootsen is dan ook het streven, wordt ons verteld. Het moet zo thuis mogelijk aanvoelen, in een toch wat onnatuurlijke setting. Daarom werken de groepsleiders nu in kleinere, vaste teams. Ook wordt vanaf dag 1 gekeken naar wat wél goed gaat. Heeft een jeugdige er baat bij om elke avond voor het slapengaan even zijn ouders te bellen? Blijf dat dan vooral doen.
Maatwerk van medewerkers
Voor de groepsleiders betekent deze manier van werken continu investeren en afwegingen maken. Wat bij het ene kind past, werkt niet goed bij de ander. Hoewel deze aanpak veel vraagt van hun professionele inzet en flexibiliteit, is er aan de andere kant meer ruimte om persoonlijke relaties op te bouwen. Een groepsleider vertelt: “Je staat dichtbij de jeugdige en voert de gesprekken die écht verschil maken. Je ziet met eigen ogen de stappen die iemand maakt. Ons werk is er leuker en zinvoller op geworden.”