Hoe krijgen we een jeugdige zo snel mogelijk bij de meest passende hulp, als zijn ouders scheiden en hij daardoor in zijn ontwikkeling wordt bedreigd? Daar waar het nodig en passend is, zal de rechter bij een (echt)scheidingszaak de jeugdige verwijzen naar jeugdhulp. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert hierin de Rechtbank. De Rechtbank kan de jeugdige of zijn ouders echter niet direct aanmelden bij een jeugdhulpaanbieder. Rechtstreeks verwijzen van Rechtbank naar jeugdhulpaanbieder is wettelijk niet mogelijk. Het lokale team van de gemeente waar de jeugdige woont moet een beschikking voor deze jeugdhulp afgeven. Hiermee krijgt de jeugdige toegang tot (en recht op) deze hulp. Een verwijzing voor jeugdhulp moet dus naar het juiste lokale team worden gestuurd. Het lokale team heeft zicht op welke jeugdhulp precies is gecontracteerd èn het snelst beschikbaar is.
Daarnaast is het voor de rechtbank niet werkbaar om alle vormen van hulp (interventies) te kennen, te weten welke jeugdhulpaanbieders dit kunnen bieden én te weten waar deze hulp het snelst beschikbaar is. We willen voorkomen dat een jeugdige op een (te lange) wachtlijst terecht komt – en daardoor afhaakt of erger, dat zijn situatie verslechtert.
Het is echter ook een te grote belasting voor de Rechtbank om alle lokale teams van de gemeenten in Gelderland te kennen, inclusief het onderhouden van hun contactgegevens.

Doelstelling

Om te voorkomen dat jeugdigen niet naar de best passende hulp verwezen worden of dat het te lang duurt voordat deze hulp beschikbaar komt, hebben de Rechtbank en de zeven Gelderse jeugdhulpregio’s gewerkt aan een uniform werkproces om een verwijzing van de Rechtbank snel om te zetten naar de juiste hulp, op de juiste plek.
Dit werkproces is gepilot van 1 november 2020 tot 1 september 2022, aangescherpt en daarna ambtelijk vastgesteld.
De doelstelling bestaat uit twee delen:
-    Een snelle en heldere verwijslijn met een vlotte doorlooptijd: hiervoor is een stroomschema opgesteld.
-    De best passende hulp voor kinderen: hiervoor is een categorisering van het hulpaanbod van scheidingsinterventies opgesteld. De Rechtbank benoemt de categorie waar de hulp gericht op moet zijn en de zorgaanbieder vult de precieze interventie in.

We bakenen het bereik van de werkwijze op de volgende manier af:
-    Werkgebied
Het gaat om scheidingszaken en, zoals de Rechtbank dat noemt, gezag- en omgangszaken in het arrondissement van de Rechtbank Gelderland, betreffende jeugdigen uit Gelderse gemeenten.

-    Voor welke jeugdigen wèl:
De interventies zijn geschikt om in te zetten in (echt)scheidingszaken en gezag- en omgangsgeschillen, waarin ouders met name moeite hebben met het bereiken van overeenstemming over en de uitvoering van een verdeling van de zorgtaken. De ontwikkeling van het kind is daardoor bedreigd. De inschatting is dat ouders en kind met een scheidingsinterventie geholpen kunnen zijn. Het doel is dat ouders samen blijven opvoeden, blijven communiceren en leren handelen in het belang van het kind. Het is aan de rechter om goed uit te vragen en in te schatten wat nodig is. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert hierin de Rechtbank.

-    Voor welke jeugdigen nìet:
Als er meer problematiek speelt (waardoor bijvoorbeeld ouders hulp nodig hebben) en er al van alles is voorgevallen – of zelfs sprake is van onveiligheid voor het kind – dan is dit hulpaanbod niet geschikt. In dergelijke complexe situaties spelen zowel jeugdbescherming als de kinderrechter een rol en zijn er vaak al jeugdbeschermingsmaatregelen van toepassing.

-    Soort hulp
De verwijzing van de Rechtbank is naar scheidingsinterventies op het niveau van de categorie waar de hulp gericht op moet zijn en waar mogelijk als voorbeeld een specifieke interventie. De verwijzing van de Rechtbank is naar niet vrij-toegankelijke hulp: het deel van het hulpaanbod waar een beschikking van de gemeente voor nodig is om er gebruik van te kunnen maken.

Notabene: Vrij-toegankelijke hulp is het deel van het hulpaanbod waar geen beschikking van de gemeente voor nodig is. Deze hulp is voor iedereen beschikbaar en benaderbaar; er is geen ‘verwijzing’ voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan de ondersteuning die geboden kan worden in het begeleiden van de omgang, vanuit de vrijwilligers van Humanitas. Als de Rechtbank vrij-toegankelijke hulp adviseert, dan ligt de verantwoordelijkheid om die hulp in te schakelen bij de ouders. Welke hulp vrij-toegankelijk is en welke hulp niet vrij-toegankelijk is, kan verschillen per gemeente. Het lokale team kan ouders naar de juiste hulp toeleiden, ongeacht of deze vrij-toegankelijk is of niet vrij-toegankelijk.

Een overzicht van scheidingsinterventies per gemeente wordt bijgehouden op: https://hulpbijscheidengelderland.nl/ 

Aanpak

Eerste deel werkproces: snelle en heldere verwijslijn, vlotte doorlooptijd

Het eerste deel van dit werkproces is gericht op snelheid en heldere verwijslijnen, om de hulp voor de jeugdige vlot op te starten. Er is een stroomschema opgesteld voor de route van de verwijzing door de Rechtbank.

plaatje werkproces versie 7 maart 2023

*Als de Rechtbank vrij-toegankelijke jeugdhulp adviseert, dan wordt actie bij ouders neergelegd, dus dan geldt de beschreven procedure niet!
Nb. Dit schema gaat uit van ideale doorlooptijden, waar we naar streven. 

 

Toelichting op de stappen in het stroomschema

  • De Rechtbank adviseert bij de zitting een jeugdhulptraject. Als het gaat om vrij toegankelijke jeugdhulp, dan moeten de ouders dit zelf inschakelen. Voor vrij toegankelijke jeugdhulp is geen beschikking nodig van de gemeente. Ouders kunnen zelf rechtstreeks een afspraak maken bij een jeugdhulpaanbieder naar keuze. Voor niet vrij toegankelijke jeugdhulp is een beschikking nodig van de gemeente. Dit werkproces geldt voor een ‘verwijzing’ naar niet vrij toegankelijke jeugdhulp.
    Nb. Een overzicht van (vrij en niet vrij toegankelijke) jeugdhulp in Gelderland rondom scheidingsproblematiek is te vinden op www.hulpbijscheidengelderland.nl
  • Het Proces Verbaal (PV) van de Rechtbank inclusief de bijlage waar de verwijzing naar jeugdhulp en persoonsgegevens in staan (bijlage 1), worden door de griffie van de Rechtbank gestuurd naar een regionaal e-mailadres van de Gelderse jeugdhulpregio waar de jongere woont.
Regio  E-mail 
Achterhoek Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Centraal Gld Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
FoodValley Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
MIJOV Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Nijmegen Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Noord Veluwe         Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Rivierenland Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 

2

  • Vanuit het regionale punt  wordt het PV doorgezet naar de juiste gemeente (volgens het woonplaatsbeginsel), als toewijzer van jeugdhulp – en meer specifiek: het juiste lokale team van deze gemeente. De jeugdhulpregio fungeert dus als een ‘administratief verdeelstation’ naar de gemeenten in die regio.
  • Het lokale team zet het PV als verwijzing door naar de meest geschikte jeugdhulpaanbieder. Dat is een door de gemeente contracteerde jeugdhulpaanbieder die de gewenste interventie kan bieden en waar de wachtlijst het kortst is.
  • Met het doorzetten van het PV geeft het lokale team met een JW301-bericht een ‘standaard jeugdhulpbeschikking’ af voor de door de Rechtbank gevraagde interventie, met een omvang van 100 uur en een doorlooptijd van 12 maanden. De standaard beschikking zorgt er voordat zorgaanbieders direct aan de slag kunnen en financieel gedekt zijn. De omvang van de uren en/of de doorlooptijd kunnen worden bijgesteld als uit de intake blijkt dat meer/minder/andere hulp nodig is.
  • Als het gezin al bekend is bij het lokale team, dan geeft het lokale team dit door aan de jeugdhulpaanbieder, zodat deze de (betreffende) lokale team medewerker(s) kan uitnodigen bij het intake gesprek.
  • De jeugdhulpaanbieder organiseert de intake met client, ouders en eventueel reeds in het gezin aanwezige lokaal team medewerker. Het hele stroomschema is erop gericht om binnen 14 werkdagen na de zitting een intake met een passende jeugdhulpaanbieder te laten plaatsvinden. Er is dus een stevige ambitie om die doorlooptijd kort te houden.
  • In het intake gesprek wordt precies gedefinieerd welke hulp nodig is, met welke omvang (ureninzet, looptijd) en de start van de hulp. Als dit afwijkt van de standaard beschikking, neemt de jeugdhulpaanbieder hierover contact op met het lokaal team. Het streven is om de jeugdhulpinterventie zo snel mogelijk na de intake te laten starten.
  • Als blijkt dat voor de start van de interventie eerst andere hulp nodig is (randvoorwaardelijk om de jeugdhulpinterventie in te zetten) dan informeert de jeugdhulpaanbieder hierover het lokale team.
  • Als blijkt dat de interventie niet kan worden gestart, ook niet op termijn, dan informeert de jeugdhulpaanbieder hierover het lokale team en de Rechtbank. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als ouders niet komen opdagen of als bij de intake blijkt dat de door de Rechtbank aangewezen interventie strijdig is met al bestaande hulp aan het kind.
  • Na zes maanden koppelt de jeugdhulpaanbieder de voortgang terug aan de Rechtbank volgens het verzoek dat opgenomen staat in de aanhoudingsbeschikking.
  • Bij afronding van de interventie informeert de jeugdhulpaanbieder rechtstreeks de Rechtbank over het verloop en resultaat van het hulptraject dat is doorlopen, door middel van het toesturen van de eindrapportage.
  • Zowel voor het niet starten van de interventie als de afronding ervan kunnen jeugdhulpaanbieders mailen naar:
    Arnhem: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
    Zutphen: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
    Zij worden verzocht om in het onderwerp van het bericht het zaaknummer te vermelden waaronder het dossier bij de rechtbank bekend is. Dit nummer staat in het PV van doorverwijzing vermeld. In het begeleidende bericht de naam en geboortedatum van het kind (of in ieder geval één van de kinderen) vermelden en de namen van de ouders.
    Zo nodig kunnen zorgaanbieders zich met specifieke vragen wenden tot
    -    Mevrouw M. Neijenhuis, team administratie familie en jeugd Arnhem, 088 3611513 / 06 55420535, of
    -    Meneer H. Houwen, team administratie familie en jeugd Zutphen, 088 3611484 / 06-21398868
  • Indien het hulptraject niet succesvol is verlopen, zal de Rechtbank de eindrapportage van de zorgaanbieder gebruiken om de Raad voor de Kinderbescherming te informeren. De rechtbank voert regie over het vervolg van de procedure. Daarbij kan gedacht worden aan het raadplegen van de ouders over hun verdere standpunt, het nemen van een beslissing, het gelasten van een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming indien daartoe voorwaardelijk al is besloten, de Raad vragen om een schriftelijk advies of het plannen van een nieuwe mondelinge behandeling. Zie voor een overzicht van de stappen en termijn na de terugkoppeling van de zorgaanbieder aan de rechtbank het schema op de volgende pagina.

3

Tweede deel werkproces: categorisering hulpaanbod scheidingsinterventies

Het tweede deel van dit werkproces is gericht op de best passende hulp. Het aanbod van jeugdhulp verschilt per regio en soms ook per gemeente. De Rechtbank en de regio’s hebben afspraken gemaakt tot welke overkoepelende ‘categorie’ bepaalde interventies behoren. De rechter benoemt de categorie waar de hulp gericht op moet zijn en waar mogelijk als voorbeeld een specifieke interventie. Bij de intake is het de zorgaanbieder die inschat of de verzochte interventie dan wel andere specifieke hulp het best zal passen bij de jeugdige.

Categorieën

Het gaat om de volgende (categorieën van) interventies (in lijn met het landelijke visiedocument ‘Rechtspraak (echt)scheiding ouders met kinderen’):

Categorie 1: Communicatie- en bemiddelingstraject voor de ouders
o    Ouderschap Blijft, ONS of een soortgelijk traject
o    SCHIP aanpak of een soortgelijk traject
o    DEES of een soortgelijk traject
o    Parralel Ouderschap of een soortgelijk traject

Categorie 2: Begeleide omgang
niet vrij-toegankelijke vormen, voor de vrij-toegankelijke vormen is geen PV en beschikking jeugdhulp nodig

Categorie 3: Kinderen uit de knel

KUK - of soortgelijk traject van groepsbehandeling voor ouders én kinderen

Categorie 4: Lotgenoten trajecten voor kinderen in scheidingssituaties
zoals KIES, Dappere Dino’s, Piep zei de muis etc.

Categorie 1: Communicatie- en bemiddelingstraject voor de ouders

Toelichting
Ouders hebben besloten te scheiden of zijn gescheiden, maar worden het over veel zaken niet eens en/of er is sprake van voortdurend oplopende conflicten over bijvoorbeeld de omgangsregeling en de opvoeding van de kinderen. De communicatie loopt spaak, er ontstaat strijd en frictie, waardoor afspraken niet gemaakt of nagekomen worden.
Interventies in deze categorie ondersteunen ouders bij het opnieuw vormgeven van de communicatie ten gunste van het ouderschap. Het helpt ouders bij het beter met elkaar communiceren in het belang van het kind. Het ouderschap van beide ouders staat centraal in relatie tot het kind en niet de onderlinge relatie van de ouders.

Probleem
Verstoorde communicatie tussen ouders waardoor zorgtaken en omgang niet in het belang van de kinderen kunnen worden uitgevoerd.

Doelen

  • Verbeteren communicatie en de-escalatie van de conflicten.
  • De-escalatie van de conflicten en kinderen beschermen tegen ernstige loyaliteitsconflicten.
    en/of
  • Indien enige vorm van communicatie tussen ouders niet of nauwelijks haalbaar (meer) is, kan toegewerkt worden naar een maximaal haalbare vorm van – parallel -  ouderschap
  • Het begeleiden van ouders bij het herstellen of verbeteren van de communicatie tussen hen, om te komen tot een omgangsregeling, de verdeling van de zorgtaken en / of een ouderschapsplan en/of
  • Het begeleiden van ouders bij het invulling geven van hun ouderschap na de scheiding. Ouders ondersteunen in het opvoeden vanuit de twee gescheiden werelden en/of

    Voorbeelden interventies

•    Module Ouderschap Blijft
•    ONS (Ouderschap Na Scheiding)
•    SCHIP aanpak
•    DEES (De escalatie bij echtscheidingen)
•    Parralel Ouderschap

Omschrijving: Ouders willen hier beiden aan meewerken en staan hiervoor open. Er is dus sprake van enige motivatie/bereidheid. Ouders kunnen samen (eventueel met hulp van steunfiguren) in één ruimte zijn en kunnen hun emoties (in het bijzonder boosheid en angst) voldoende reguleren en/of laten zich hierop aanspreken. Er is omgang of deze gaat op korte termijn weer plaatsvinden (begeleid of onbegeleid, met gespecialiseerde begeleiders of met vrijwilligers).
Naast een module tot verbetering communicatie kan (beperkte) begeleide omgang plaatsvinden.

Categorie 2: Begeleide omgang

Toelichting
Soms kunnen ouders wel legitimeren dat het contact tussen kind en andere ouder er komt. Echter, kunnen ze hier niet zelf invulling of uitvoering aan geven. Bijvoorbeeld omdat een ouder vanwege huiselijk geweld ervaring met de ex partner, niet zelf zorg kan dragen voor overdracht en begeleiding. Maar wel accepteert dat hierin op een veilige manier door derden wordt voorzien. Als het ouders niet lukt om omgang tussen kind en uitwonende ouder plaats te laten vinden, kan er hulp nodig zijn van interventies die naast en met instemming van de ouders ondersteunen. Dit om de band tussen kind en ouder, vanuit het belang van het kind, in stand te houden. Bij begeleiding bij omgang gaat het er om dat er een neutrale persoon (professioneel of vrijwilliger) de regie overneemt van ouders, en de praktische organisatie van het tot stand komen van contact overneemt. Dit kan omgang op korte en middellange termijn zijn, of langdurige omgang zonder perspectief dat de ouder(s) het ooit zelfstandig kunnen overnemen.
Er is hierbij een verschil tussen begeleide omgang waarbij ouders elkaar niet tegen hoeven te komen en begeleide omgang waarbij wel contact tussen ouders mogelijk is.

Probleem
Het kind wordt belemmerd in het aangaan en onderhouden van het contact met beide ouders. De band tussen kind en ouder dreigt verstoord en/of verbroken te raken. Dit is niet in het belang van de ontwikkeling van het kind.

Doelen
•    Waarborgen van contact kind met beide ouders, faciliteren omgang;
•    Waar mogelijk het ondersteunen bij het opbouwen van de omgang en toewerken naar een zelfstandig uitgevoerde omgangsregeling;

Voorbeelden interventies

•    Geen contact tussen beide ouders en faciliteren omgang
•    Begeleide omgang door vrijwilligers
•    Begeleide omgang door professionals

Categorie 3: Kinderen uit de knel (KUK)

Toelichting
Kinderen uit de Knel (KUK) is een groepsbehandeling voor ouderparen en hun kinderen in de leeftijd 4 tot 18 jaar. De behandeling leert ouders die in een conflictscheiding verwikkeld zijn geraakt om beter samen te werken in het belang van de kinderen.

Probleem
Het kind loopt emotionele schade op door de scheiding en de ouders en zien onvoldoende in dat zij zelf deze situatie kunnen verbeteren.

Doelen

•    Verbeteren van communicatie en nieuwe wegen vinden om met conflictgebieden om te gaan
•    Kinderen handvatten geven om goed voor zichzelf op te komen in conflict scheiding
•    Kind voelt zich (weer) veilig in thuissituatie

Categorie 4: Lotgenoten trajecten voor kinderen in scheidingssituaties

Toelichting
In Nederland worden diverse preventieve programma’s aangeboden voor kinderen die met een scheiding geconfronteerd zijn. In die programma's wordt groepsgewijs stilgestaan bij de impact van een scheiding op het gezin en manieren om hiermee om te gaan.

Probleem
Het kind loopt emotionele schade op door de scheiding, en heeft ondersteuning nodig om hierin voldoende weerbaar in op te treden.

Doelen

  • Kinderen handvatten bieden om te leren omgaan met de gevolgen van een scheiding.

Voorbeelden interventies

  • KIES, Dappere Dino’s, Piep zei de muis.
  • In sommige gevallen is dit aanbod vrij toegankelijk is sommige gevallen is een verwijzing nodig.

 

 

Contact

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de onderstaande contactpersonen per jeugdhulpregio of met de Rechtbank:

Jeugdhulpregio Contactpersoon E-mail
Achterhoek Susanne Buter (voorzitter) Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Centraal Gelderland Nadia van der Voorn Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.                   
FoodValley Marieke Koppejan Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Midden - IJssel/ Oost - Veluwe Lieke Dommerholt Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Nijmegen Kirstie Schmitz Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Rivierenland Jantien Jongepier Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
Noord Veluwe Mariska Rebel Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Secretaris Gelderse regio’s Judith Bos

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 

 

Rechtspraak Gelderland Naam E-mail
Rechtbank Malou ter Brugge Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

Een overzicht van scheidingsinterventies per gemeente wordt bijgehouden op: https://hulpbijscheidengelderland.nl/